De tweede editie van de World Cup of Darts werd gespeeld in februari 2012 in de Hamburger Sporthalle. Dit keer deden er wel 24 landen mee. Titelverdediger Nederland trad aan met Raymond van Barneveld en Vincent van der Voort, die Co Stompe voorbij was gegaan op de ranking en hem dus verving. Engeland had de grootste troeven in handen: nadat de eerste editie met Phil Taylor en James Wade mislukt was, waren het ditmaal Phil Taylor en Adrian Lewis (de nummers 1 en 2 van de wereld) die namens Engeland op titeljacht gingen.
De acht hoogst geplaatste landen kregen een vrijloting voor de eerste ronde, de overige 16 landen namen het in de eerste ronde tegen elkaar op. De landen 9 tot en met 13 (met onder andere Canada en Amerika) wisten allen de tweede ronde te behalen. De landen 14 tot en met 16 verloren allen verrassend: Spanje, Finland en Gibraltar werden verslagen door Zuid-Afrika, Kroatië en Denemarken.
In de tweede ronde stroomden de acht hoogst geplaatste landen in. Elke wedstrijd bestond uit twee single partijen en een koppelpartij. Het als nummer 1 geplaatste Engeland had het direct moeilijk tegen Canada. Nadat Ken MacNeil van Phil Taylor won en John Part Adrian Lewis versloeg, kwam Canada op een 2-0 voorsprong. Door het winnen van de koppelpartij en het winnen van de sudden-death leg ging Engeland alsnog door naar de kwartfinales. Nederland nam het in de tweede ronde op tegen Oostenrijk. Nadat de stand op 1-1 stond, wisten Van Barneveld en Van der Voort hun koppelpartij te winnen voor een plek bij de beste acht. Verrassende uitschakelingen waren er voor gastland Duitsland en Schotland, dat in een sudden-death leg werd verslagen door Zuid-Afrika.
In de kwartfinale speelde Nederland tegen het Noord-Ierse team bestaande uit Brendan Dolan en Michael Mansell. Nipte, maar knappe zeges in alle drie de partijen zorgden ervoor dat Van Barneveld en Van der Voort met een 4-0 zege naar de halve finales gingen. De twee hoogst geplaatste landen Engeland en Australië wonnen van Amerika en België, waardoor ook zij bij de beste vier landen zaten. Het meest dramatische moment gebeurde in de wedstrijd tussen Wales en Zuid-Afrika. De koppelpartij moest de beslissing brengen, nadat beide landen 1 single partij hadden gewonnen. In de allerlaatste leg kon Devon Peterson Zuid-Afrika naar de halve finales gooien, maar een rekenfout zorgde ervoor dat hij de verkeerde dubbel gooide. Wales profiteerde, en stapte alsnog als winnaar van het podium.
De halve finales bestonden uit vier single partijen en een koppelpartij. In de wedstrijd tussen Engeland en Wales verloor Phil Taylor wederom een partij, ditmaal van Richie Burnett. Doordat Adrian Lewis zijn twee wedstrijden wel wist te winnen, en doordat Taylor revanche nam met een 4-0 zege op Mark Webster, stond Engeland na de single partijen met 1 been in de finale. Nadat ook de koppelpartij met 4-2 werd gewonnen, was de 5-1 zege en de finaleplek een feit.
In de andere halve finale had Nederland het moeilijk tegen Australië. Vincent van der Voort verloor van zowel Paul Nicholson als van Simon Whitlock. De 4-0 overwinning van Raymond van Barneveld op Nicholson hield de Nederlandse hoop nog in leven, maar een duidelijke 4-0 nederlaag in de koppelpartij zorgde ervoor dat de titelhouder eruit vloog en dat de twee hoogst geplaatste landen in de finale stonden.
Die finale tussen Engeland en Australië werd er een om niet snel te vergeten. Engeland ging als een speer van start. In de eerste partij won Taylor met 7-4 van Nicholson. Nadat Lewis met 7-5 van Whitlock won, wist ook Taylor van Whitlock te winnen (7-6) voor een 3-0 voorsprong in de wedstrijd. Met dank aan Nicholson wist Australië er toch nog een koppelpartij uit te slepen. Hij won zijn wedstrijd tegen Lewis met 7-4, waardoor de koppelpartij de beslissing zou brengen. In die partij speelden Whitlock en Nicholson ijzersterk, en een 7-4 overwinning was daarvan het logische vervolg. Deze zege betekende een 3-3 tussenstand, en dus zou de finale beslist worden in een allesbeslissende leg. Een leg waar achteraf nog lang over gesproken zou worden. Paul Nicholson was de eerste speler die de wedstrijd kon binnenhalen, maar hij verprutste twee pijlen voor de wedstrijd. Daarna was het de beurt aan Phil Taylor, maar ook hij miste twee pijlen voor de titel. Vervolgens kwam Simon Whitlock aan de oche, maar ook Whitlock zag twee matchdarts niet in het juiste vakje verdwijnen. Uiteindelijk zorgde Adrian Lewis, die zijn pijlen al opgeborgen had, er met het gooien van de dubbel vijf ervoor dat de tweede editie van de World Cup of Darts werd gewonnen door Team Engeland.