Van 27 tot en met 30 juni werd in Frankfurt de veertiende editie van de World Cup of Darts gehouden. Veertig landen deden een gooi naar de titel. Uiteindelijk wist Engeland voor het eerst sinds 2015 de titel weer eens te pakken: ditmaal met Luke Humphries en Michael Smith.
In de eerste ronde zijn de vier hoogst geplaatste landen vrij: Engeland, Schotland, Wales en Nederland. Bij Wales meldt Gerwyn Price zich vlak voor het toernooi af, waardoor Jim Williams zijn debuut maakt op de World Cup. Namens Nederland doen Michael van Gerwen en Danny Noppert een gooi naar de titel. De 36 overige landen proberen in twaalf poules van drie hun plek bij de laatste zestien te veroveren.
De grootste verrassing van de eerste ronde komt uit poule E, waar Ierland verliest van Taiwan, nadat Taiwan ook al had gewonnen van Litouwen. Daarmee plaatst het debuterend land zich direct voor de laatste zestien. Ook Italië speelt een prima groepsfase: door zeges op Amerika en Portugal plaatsen de Italianen zich voor het eerst voor de volgende ronde van de World Cup.
In de knock-out fase komen de vier ‘grote’ landen erbij. Nederland begint het toernooi, net als vorig jaar, tegen België. Maar opnieuw zijn het de Belgen die verder gaan: Dimitri van den Bergh en Kim Huybrechts winnen met 8-2 en sturen de Nederlanders al snel weer naar huis. Voormalig winnaar Australie komt ook niet verder dan de laatste zestien: na gemiste matchdarts van Damon Heta en Simon Whitlock gaan ze met 8-7 onderuit tegen Italië. Een Price-loos Wales verliest met 8-6 van Kroatië en het Noord-Ierland van Josh Rock en Brendan Dolan verslaat thuisland Duitsland met 8-7.
Taiwan wist in de poulefase nog te verrassen, maar verliest in de eerste knock-out ronde met 8-4 van Oostenrijk. Het als eerste geplaatste Engeland verslaat Frankrijk met 8-3, terwijl ook Schotland (8-2 tegen Polen) en Zweden (8-6 tegen Tsjechië) hun plek in de kwartfinales weten veilig te stellen.
De kwartfinalemiddag is een spannende: drie van de vier wedstrijden worden beslist in een allerlaatste, vijftiende leg. Als eerste weten Mensur Suljovic en Rowby-John Rodriguez namens Oostenrijk de halve finales te bereiken. Zij verslaan Kroatië met 8-7. Vervolgens wint België met dezelfde cijfers van Italië. Tijdens de derde kwartfinale is Engeland veel te sterk voor hun Noord-Ierse tegenstanders: 8-4. Ook de laatste kwartfinale gaat tot het gaatje: Zweden, met de Nederlander Jeffrey de Graaf in het team, verliest nipt van het Schotse duo Peter Wright en Gary Anderson.
Engeland heeft zich laten zich als absolute titelfavoriet en maakt die rol ook helemaal waar: tijdens de halve finales tegen Schotland gooien Humphries en Smith wederom goed en verslaan ze de tweevoudig winnaar met 8-4. In de finale treffen ze dan Oostenrijk, dat met 8-3 een eenvoudige zege boekt op België. Het is voor Oostenrijk de tweede finale ooit (na 2021), maar opnieuw moet het de zege aan de tegenstander laten. Met name Luke Humphries gooit een fantastische finale met meerdere 100+ finishes en haalt daarmee de overwinning voor de Engelsen binnen. Engeland gooit een hoog gemiddelde van 100.62 en wint de finale met 10-6. Daarmee pakt Engeland voor de vijfde keer in de geschiedenis de titel. Na vier keer Phil Taylor en Adrian Lewis is dit de eerste titel voor Luke Humphries en Michael Smith.