De 23ste editie van de WDF World Cup werd gehouden in Esbjerg te Denemarken. Van 26 tot en met 30 september werd gespeeld in het Blue water Dokken in Esbjerg. Het toernooi zou in eerste instantie in 2021 worden gehouden, maar de wereldwijde corona pandemie zorgde er voor dat het toernooi twee jaar naar voren geschoven moest worden.
Drie landen debuteren deze World Cup. De Faeröer eilanden, Guernsey en Liechtenstein. Marco Meijer uit Nederland en Christian Sørensen uit Denemarken versterken vanaf dit jaar het team met officials terwijl Richard Ashdown er deze keer niet meer bij is.
Hoewel het Engelse damesteam voor het eerst in de geschiedenis het teamevenement niet wint, eindigen ze nog steeds bovenaan de ranglijst met een voorsprong van 41 punten op de nummer twee. Beau Greaves wint de singles en ze wint ook de koppels samen met Deta Hedman, de runner-up in de singles. Met 122 punten pakken Deta Hedman, Lorraine Winstanley, Claire Brookin & Beau Greaves het overall goud. Ierland heeft het beste overall resultaat ooit en eindigt als tweede met 81 punten. Zweden wint het brons met 73 punten, één punt voorsprong op Finland.
Het is de 13e overall titel voor de Engelse dames.
Algemene rangschikking
1 - 122 punten Engeland
2 - 81 punten Republiek Ierland
3 - 73 punten Zweden
4 - 72 punten Finland
5 - 68 punten Wales
6 - 60 punten Nederland
7 - 36 punten Nieuw-Zeeland
8 - 35 punten Japan
9 - 33 punten België
10 - 31 punten Australië
11 - 24 punten Zuid-Afrika/ Verenigde Staten
13 - 21 punten Schotland/ Zwitserland
15 - 18 punten Denemarken
16 - 17 punten Duitsland/ Slowakije
18 - 16 punten Tsjechië
19 - 14 punten Frankrijk
20 - 13 punten Hongarije
21 - 11 punten Canada/ Luxemburg/ Spanje
24 - 8 punten IJsland
25 - 7 punten Italië/ Litouwen
27 - 5 punten Mongolië/ Roemenië
29 - 4 punten Estland/ Guernsey/ India/ Jersey/ Noorwegen
34 - 3 punten Egypte/ Isle of Man/ Letland/ Noord-Ierland
38 - 2 punten Oostenrijk/ Faeröer Eilanden/ Malta
41 - 1 punt Bulgarije/ Catalonië/ Turks- en Caicoseilanden