Van 11 tot en met 14 oktober werd de twaalfde WDF Europe Cup gehouden in Veldhoven. Nederland is voor de tweede keer gastheer van de WDF Europe Cup na Den Haag in 1984. Bij de heren nemen 21 landen deel, bij de dames zijn dat er 19. Voor de eerste keer sinds 1992 betekent dit een terugval in het aantal deelnemende landen. Er zijn wel heel veel toeschouwers aanwezig bij deze editie. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de hoge verwachtingen van het gastland naar aanleiding van de hype die er in Nederland is rondom de WK titels van Raymond van Barneveld in 1998 en 1999.
Niet alleen bij de heren, maar ook bij de dames wordt het speelveld breder. Het zijn zeker niet meer alleen de Britse dames die de dienst uitmaken. Bij de laatste acht zitten acht verschillende landen in de singles om dat punt maar te onderstrepen. De Engelse Trina Gulliver wint in de kwartfinale met 4-2 van voormalig finaliste Sandra Greatbatch uit Wales. De Italiaanse Mojca Humar verslaat Kristina Korpii uit Zweden met dezelfde cijfers en ook Ann-Louise Andersen uit Denemarken wint met dezelfde cijfers van de Belgische Sandra Pollet. Alleen de Nederlandse troef Francis Hoenselaar kent geen probleem in haar duel met de Française Anita Chausson. The Dutch Crown wint met 4-0.
Vanaf de halve finales is geen enkele wedstrijd meer spannend. Trina Gulliver wint met 4-0 van Mojca Humar, maar de Italiaanse kan zeer trots zijn op de eerste medaille ooit die ze haar land bezorgd. Een stuk verrassender is de 4-0 waarmee Ann-Louise Andersen wint van Hoenselaar in de andere halve finale. De Deense was in 1990, 1991 en 1992 al wel de Europese jeugdkampioene, maar had zich verder nog niet vaak laten zien op internationaal vlak bij de senioren. Toch zal ze niet de eerste speler worden die de singles titel bij de junioren en de senioren weet te winnen. In de finale is ze niet opgewassen tegen Gulliver die met 4-0 de gouden medaille pakt. Gulliver is de zesde Engelse die dit lukt. In totaal heeft Engeland dit onderdeel zeven keer gewonnen.