De 23ste editie van de WDF World Cup werd gehouden in Esbjerg te Denemarken. Van 26 tot en met 30 september werd gespeeld in het Blue water Dokken in Esbjerg. Het toernooi zou in eerste instantie in 2021 worden gehouden, maar de wereldwijde corona pandemie zorgde er voor dat het toernooi twee jaar naar voren geschoven moest worden.
Drie landen debuteren deze World Cup. De Faeröer eilanden, Guernsey en Liechtenstein. Marco Meijer uit Nederland en Christian Sørensen uit Denemarken versterken vanaf dit jaar het team met officials terwijl Richard Ashdown er deze keer niet meer bij is.
De grote favorieten op voorhand maken deze rol ook volledig waar. Beau Greaves & Deta Hedman kennen onderweg naar het goud nauwelijks problemen. Ze verliezen in zes wedstrijden in totaal vier legs. Het dichtstbij komen Aileen de Graaf & Anca Zijlstra nog in de halve finale, maar ook zij moeten genoegen nemen met slechts twee legs.
In de finale wordt het verrassende Finse duo Sari Sauvola & Kirsi Viinikainen met 6-1 verslagen. De Finse dames schrijven wel een stukje geschiedenis want het is de eerste keer in de historie dat een Fins koppel een zilveren medaille weet te winnen. Onderweg naar de finale schakelen de Finse dames onder andere het sterke duo uit Wales Rhian O’Sullivan en Eve Watson uit en winnen ze in de halve finale van de Nieuw-Zeelandse tandem Wendy Harper en Sharlene Maru-Habib.
Het is inmiddels alweer de twaalfde keer dat een Engels duo de koppels weet te winnen op een WDF World Cup. Voor Deta Hedman zelf is het al haar vierde gouden medaille op dit onderdeel.