De 21ste editie van de WDF World Cup wordt van 3 tot en met 7 oktober gehouden in de Kobe International Exhibition Hall te Japan. Het is na Kuala Lumpur in 2001 de tweede keer dat de WDF World Cup in Azië wordt gespeeld. Een aantal grote landen laat verstek gaan bij deze 21e editie van dit evenement. Onder andere Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland krijgen het financieel niet rond om naar Japan te reizen.
Toch wordt het een onvergetelijke editie waarin 28 herenteams, 26 damesteams en 12 jeugdteams de strijd aangaan om de grote Cups. Hong Kong was er voor het laatst in 1989 bij en keert terug op de WDF World Cup, Mongolië en Zuid-Korea maken hun debuut, net zoals Marco Meijer dat doet als referee op het podium.
Door de afwezigheid van deze landen is het toernooi natuurlijk wel enigszins gedevalueerd, toch levert het koppeltoernooi een aantal prachtige wedstrijden op. Als het favoriete koppel van Aileen de Graaf en Sharon Prins al bij de laatste 16 verliest van België is het toernooi helemaal open. In de halve finales staan uiteindelijk vier verschillende landen.
Het Finse duo Kirsi Viinikainen en Kaisu Rekinen moeten hun meerdere erkennen in de Russinnen Anastasia Dobromyslova en Marina Kononova. Robyn Byrne en Caroline Breen uit Ierland winnen in een negende en beslissende leg van het ‘andere’ Nederlandse koppel Anca Zijlstra en Vanessa Zuidema. De finale is een eenzijdige aangelegenheid. De ervaring van Anastasia Dobromyslova geeft de doorslag op het grote podium. Nadat ze in 2007 aan de zijde van Irina Armstrong de WDF World Cup koppeltitel al eens voor zich had opgeëist, weet ze dat kunststukje tien jaar later nogmaals te herhalen. De uitslag van de finale wordt 6-1 in het voordeel van de Russische dames.
De Ierse dames pakten nog nimmer een zilveren medaille in de koppels en waren dus ook zeker tevreden met deze prestatie.