De 21ste editie van de WDF World Cup wordt van 3 tot en met 7 oktober gehouden in de Kobe International Exhibition Hall te Japan. Het is na Kuala Lumpur in 2001 de tweede keer dat de WDF World Cup in Azië wordt gespeeld. Een aantal grote landen laat verstek gaan bij deze 21e editie van dit evenement. Onder andere Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland krijgen het financieel niet rond om naar Japan te reizen.
Toch wordt het een onvergetelijke editie waarin 28 herenteams, 26 damesteams en 12 jeugdteams de strijd aangaan om de grote Cups. Hong Kong was er voor het laatst in 1989 bij en keert terug op de WDF World Cup, Mongolië en Zuid-Korea maken hun debuut, net zoals Marco Meijer dat doet als referee op het podium.
In het teamtoernooi is er naast een eerste singles goud voor Canada en een eerste koppel goud voor Rusland nu een eerste team goud voor Australië. Peter Machin, Justin Thompson, Raymond Smith en Andrew Townes spelen een nagenoeg foutloos toernooi. De meest lastige wedstrijd is eigenlijk in de poule tegen Rusland, een wedstrijd die gewonnen wordt met 9-7.
Na de groepsfase worden Canada (9-3), Nieuw-Zeeland (9-4) en in de halve finale Noorwegen (9-5) eenvoudig opzijgezet. In de finale wacht het team USA. Die hebben een veel moeilijker pad gehad naar de finale. Overwinningen op Italië (9-4), Finland (9-8) en het verrassende Zwitserland (wederom 9-8) kosten veel energie en achteraf gezien misschien te veel. De finale wordt een relatief eenvoudige prooi voor de Australiërs met 9-3.
Het is de eerste keer dat Australië de teamtitel pakt en meteen ook de eerste overall titel. Met het ontbreken van een aantal van de grote landen krijgen nieuwe landen de kans zich te laten zien en daar profiteren Noorwegen en Zwitserland nog het beste van, zij pakken beide hun eerste team medaille ooit.