Van 26 tot en met 29 september werd de 21ste editie van de WDF Europe Cup gehouden in de hoofdstad van Hongarije, Boedapest. Bij de heren komen 38 verschillende landen aan de oche wat een absoluut record is voor de WDF Europe Cup. Vier landen laten de dames thuis, maar met 34 landen is deze editie ook bij de dames een recordbreker. In het MOM Sportcentrum wordt een enerverend toernooi gespeeld met enkele verrassende winnaars. De Oekraïne is er voor de eerste keer bij en is daarmee het 41e land dat ooit meedoet aan een WDF Europe Cup.
Verdedigend kampioen Richard Veenstra verliest al vrij vroeg in het toernooi van Paul Hogan uit Engeland. Omdat hij de enige voormalig kampioen in het speelschema is weten we ook meteen dat er een nieuwe singles kampioen zal komen. Roger Janssen uit België verslaat de Litouwer Darius Labanauskas met 5-3 in kwartfinale. Pavel Jirkal uit Tsjechië wint met dezelfde cijfers van John O’Shea uit Ierland. Beide overgebleven Engelsen verliezen ook in de kwartfinale en beide met 5-1. Nigel Heydon verliest van de Schot Alan Soutar en Paul Hogan van de tweede Ier bij de laatste acht, Martin Heneghan.
Heneghan verslaat in de halve finale ook Roger Janssen, wederom met grote cijfers, het wordt 6-2. De andere finalist is een verrassende. Alan Soutar verliest de halve finale van de toch redelijk onbekende Tsjech Pavel Jirkal met 6-4. In de finale, die voornamelijk als nerveus betiteld mag worden komen beide spelers nooit lekker in hun ritme. Het zal ook zeker te maken hebben met het feit dat de finale twee dagen na de halve finales wordt gespeeld en dat beide finalisten weinig ervaring hebben op een groot podium met camera’s erbij. Het is Martin Heneghan die het beste met de omstandigheden omgaat en met 7-2 wint. Hij pakt daarmee voor de tweede keer in de geschiedenis goud in de WDF Europe Cup singles voor Ierland na David Concannon vier jaar geleden.